Waar haal je inspiratie voor het schrijven van je muziek?

Ik denk dat ik steeds een gevoel wil uiten als ik schrijf of zin heb om te schrijven door een bepaalde gemoedstoestand. Eenvoudige zaken als een beeld uit een film, een klank in de natuur, een gevoel bij een persoon of welke combinatie dan ook kunnen dus de aanzet zijn.

 

Hoe werk je aan een nummer?

Dat vind ik een heel fascinerend proces. Vanuit het niets is er iets, en wat later moet het dat zijn. En dan werk je aan dat idee, koester je het, maar moet je het ook loslaten of het ontwikkelt zich niet. En dan is er plots genoeg materiaal of heb je er genoeg van en besluit je dat het af is. Zo gebeurt het in mijn geval. Ik schrijf heel graag muziek en ik denk dat die tastbaarheid – naast het vergankelijke van improvisatie in jazz – me goed doet, dat ik nu en dan wat resultaat wil zien.

Het componeren start bijna steeds met een kernidee, een frase die zich in mijn hoofd blijft herhalen. Wanneer ik dat idee dan op de piano speel, vertellen mijn oren waar ik verder naartoe wil. Maar er zijn zoveel opties dat je moet kiezen welke kant je op gaat. Soms is het te vroeg in het stuk voor de klank die je al hoort, maar hetgene waarnaar je op zoek bent, hoor je nog niet. Maf vind ik dat. Dat je een soort van evenwicht aanvoelt. Ik vraag me dan af of ik telkens naar dezelfde balans zoek en of elk stuk dat ik schrijf, in se hetzelfde stuk is.

Ik noteer veel op papier, flarden van melodieën met akkoordsymbolen of net heel specifieke kleuren, waarvan ik misschien nog niet weet wat ze zijn of betekenen; een ritmisch idee of een bepaalde harmonische progressie. Daarnaast probeer ik ook een opname te maken; audio heeft zoveel meer dimensies dan een velletje papier. Hoe vaak heb ik het niet voor dat ik enkele maten muziek een tijd later oppik en me niet meer kan herinneren waarom ik dat nu zo bijzonder heb gevonden. De specifieke klank, het gevoel daarbij en nog heel wat ingebeelde muzikale opties zijn in feite belangrijker dan die paar noten op papier.      

 

Waarom en wanneer koos je voor jazz?

Als tiener ben ik naast klassieke muziek ook andere genres beginnen opzoeken. Het heel strikte van klassieke partijen heb ik nooit als ontspannend ervaren. Tot op heden hou ik van klassieke muziek, maar ik kan mezelf er niet toe aanzetten een stuk echt te kennen tot het af is, als dat al bestaat. Het interesseert me meer wat er zich afspeelt in het stuk of waarom het me zo aanspreekt.

Jazz geeft me een gevoel van vrijheid, daar hou ik van. Ik kan me voorstellen dat een muzikant zich vrij voelt in een klassiek repertoire, maar ik heb dat gevoel pas als ik weet dat ik een stuk kan spelen hoe ik het wil, met de noten die ik op dat moment wil.

 

Wie is je grote voorbeeld in de jazzscene?

Ik kijk naar talrijke muzikanten op, ik heb niet één groot voorbeeld. Veel van de muziek waarnaar ik vroeger luisterde, spreekt me nu niet meer zo aan, waarschijnlijk omdat ik op zoek ben naar iets dat ik nog niet goed begrijp.

Om toch één naam te noemen: de eerste jazz die ik heel bewust heb gehoord toen ik een jaar of tien was, was van Keith Jarrett. Mijn vader, ook pianist, vond de invloed van de buurjongen op mijn muziekkeuze wat zorgwekkend, geloof ik, en hij gaf me een cassette van The Köln Concert, een geïmproviseerd soloconcert op piano door Jarrett. Ik weet nog dat ik op de vloer van mijn kamer lange tijd en vol verbazing voor de stereo zat te luisteren.

 

Heb je in je hoofd hoe je muziek in orkestversie zal klinken? En is het de eerste keer dat je muziek gearrangeerd wordt?

Nee, ik heb een bepaalde voorstelling van waar ik naartoe wil met een stuk, of welk deel zich waartoe leent, maar heel veel van de muziek heb ik stukje bij beetje bijgeschreven, omdat de originele thema’s weinig thematisch materiaal omvatten. Ik moet geregeld lachen wanneer ik hoor hoe groots of dramatisch bepaalde passages zijn geworden.

Bovendien heb ik al doende heel veel geleerd over hoe een orkest werkt. Ik schrijf en arrangeer voor bijna alle projecten waarin ik speel, maar de bezetting is nog nooit zo groot geweest. Groot symfonisch is een behoorlijke uitdaging voor me, maar het vraagt naar meer.

 

Wanneer en hoe is Wout Gooris Trio ontstaan?

Heel bijzonder, op concertreis door Chili tijdens de winter van 2012, als ik me niet vergis. Ik was muzikaal erg op zoek en vond het toen al ongelooflijk wat Nathan en Stijn met mijn materiaal deden.

 

Hoe onderscheiden jullie je?

Met een eigen verhaal.

 

Is erkenning/zijn prijzen voor jou belangrijk? Wout Gooris trio won in 2015 Jong Jazztalent Gent.

Nee, de beleving van muziek is persoonlijk, dus ik vind het niet leuk om daar een waardeoordeel over te geven of te krijgen. De prijs Jong Jazztalent Gent gaf ons de mogelijkheid om een nieuw project te verwezenlijken en daar ben ik wel heel dankbaar voor. Natuurlijk wil ik erkenning – al zou het makkelijker zijn als ik dat niet wou. Maar actief ga ik daar niet naar op zoek.

 

Wat zijn jullie ambities?

Goede, eigenzinnige muziek blijven maken.

 

Wat doe je graag naast jazz spelen/schrijven?

Ik geef graag les, deels omdat ik er zelf veel van leer. Ik ben ook graag elke dag bezig met een bewuste levenswijze, met wat ik eet, koop en welke keuzes is maak. En ik geniet ook erg van het vaderschap, een kind is ongelooflijk.

 

Ja, je hebt een zoon, Jef. Hoe belangrijk is het voor jou dat hij iets met muziek zal doen?

Ik wil hem vooral de beleving van muziek meegeven, dat hij er een heel leven van kan genieten en kan blijven ontdekken. Ik zou het fijn vinden als hij zich ook muzikaal kan uitdrukken, op een instrument bijvoorbeeld, maar zijn wil is de mijne niet, dus dat valt af te wachten.